Gisteravond vond de eerste regionale bijeenkomst plaatst in het kader van de voorzittersverkiezing. Ongeveer 200 mensen, bijna allemaal partijgenoten, woonden deze bijeenkomst bij. De enorme opkomst was inspirerend.
Wederom werd duidelijk dat 7 kandidaten tenminste twee te veel is. Er gaat onnodige tijd verloren omdat iedereen uiteraard aan het woord wil en het verschil in kwaliteit is een storende factor voor het geheel. De verschillen tussen de kandidaten worden daardoor onvoldoende uitgediept.
Er waren veel vertegenwoordigers van de media die zich vooral op Jan Pronk wierpen.
Pronk noemde Balkenende twee keer luid en duidelijk een leugenaar. Dit in relatie tot de afwijzing van het CDA om een onderzoek te starten naar de wijze waarop Nederland in Irak betrokken is geraakt. Pronk onderbouwde zijn stelling niet; hij deponeerde deze slechts. Wij kunnen er op rekenen dat Wouter Bos om commentaar gevraagd zal worden. Het zal iedereen duidelijk zijn dat Bos zich van deze uitspraak zal moeten distantiëren.
Ongewild bevestigde Pronk met dit optreden mijn stelling dat met Pronk als voorzitter de partij twee jaar lang rollebollend over straat zal gaan. Nog voordat hij gekozen is, zorgt hij voor problemen. Jan Pronk heeft velen van ons gestimuleerd actief te zijn in de politiek; hij heeft grote verdiensten voor het land in het algemeen en onze partij in het bijzonder. Maar alle respect voor zijn persoonlijkheid wast niet weg dat aard, karakter, oriëntatie en ambitie van Jan Pronk zich slecht verhouden tot de huidige eisen die worden gesteld aan het voorzitterschap van onze partij.
De nieuwe voorzitter moet stabiliteit en inspiratie meenemen. Hij/zij moet voor eenheid en samenhang gaan zorgen en met de partij opnieuw op zoek gaan naar:"waar staan we nu, wat willen we eigenlijk en hoe bereiken we dat". Dat betekent heel hard werken, veel het land in en niet zeggen hoe het moet maar luisteren naar de mensen waarvoor wij de politiek in zijn gegaan. Niet met je hoofd in de Tréveszaal, maar in het land.
De opvatting dat de voorzitter van de partij de politieke leiding scherp moet houden gaat voorbij aan het feit dat wij uitstekende tweede en eerste kamerleden hebben en miskent hun verantwoordelijkheid en positie. Een voorzitter die daar geen rekening mee houdt gaat grote brokken maken.
De voorzitter dient alert te zijn op de politieke actualiteit. De voorzitter moet een voldoende politiek gevoel beschikken teneinde te kunnen inschatten welke dossiers de komende tijd actueel zullen worden. Hij moet als het ware over een royale politieke horizon beschikken. Vervolgens moet hij de gevoelens en opvattingen van de achterban over belangrijke politieke kwesties op adequate wijze en momenten verwoorden. De belangrijkste verantwoordelijkheid van de voorzitter met betrekking tot de politieke koers ligt echter op (middel)lange termijn.
Mijn stijl van opereren laat zich goed vergelijken met die van Ruud Koole. Jan Pronk liet gisteren weten dat André van de Louw en Ien vanden Heuvel zijn voorbeelden zijn.
Er valt dus wel degelijk iets te kiezen!
woensdag 5 september 2007
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten